http://www.mapuche.nl/


De Mapuche-indianen tegen Benetton
April 1999
Een uitgave van Wereldsolidariteit.

Benetton staat in Argentinië niet zozeer als kledingfabrikant dan wel als grootgrondbezitter en schapenfokker bekend. In 1991 hebben de gebroeders Benetton voor 50 miljoen dollar aan grond opgekocht: 900.000 ha voor het fokken van een kleine 300.000 schapen. Die schapen dekken een deel van Benettons behoefte aan wol. Carlo Benetton heeft de gewoonte 3 à 4 keer per jaar naar Argentinië te reizen om de kwaliteit van de wol te verifiëren. Voor die gronden gekocht werden, woonden er wel degelijk mensen, met name de Mapuche-indianen, wat letterlijk de 'mensen van de aarde' betekent. Voor de verschillende golven van kolonisatoren hun cultuur en levenswijze grondig kwamen verstoren, hadden zij een rijk dat zich uitstrekte van oceaan tot oceaan: van Patagonië (het zuiden van Chili en Argentinië) tot aan huidige provincie van de hoofdstad Buenos Aires. Hun recente geschiedenis is een opeenvolging van pogingen tot assimilatie, voortdurende onteigeningen, van een trage en methodische uitroeiing. Benetton is voor hen slechts de laatste in de rij.

Benetton neemt teveel plaats in

Het Argentijnse tijdschrift Viva citeert een gouverneur van de provincie Chubut, die over een herontdekking van Patagonië door de buitenlanders spreekt. "Zij kopen de mooiste en de meest vruchtbare terreinen zonder een enkel probleem op. Wanneer de Benettons hun miljoen hectare aankochten, hebben ze àlles gekocht: rivieren, meren, vijvers, bossen, en om het even welke productieve activiteit die er hier mogelijk is. Een situatie die door elke rijke wordt gedroomd. Ik heb niets tegen Benetton. Het is ònze verantwoordelijkheid. Wij willen investeringen want we hebben het geld nodig, Maar we willen investeringen die de vooruitgang van onze bevolking stimuleert, niet het louter toeëigenen van terreinen. De Benettons beroemen zich erop 3.000 ha bebost te hebben. Eén ding vergeten ze: ze hebben het gedaan met geld van de provincie Chubut in een herbebossingsprogramma. Conclusie: zo beroven zij ons van de natuurlijke rijkdommen die ons zouden moeten toelaten een betere toekomst te bouwen." In '96 werden in de 5 provincies die Patagonië vormen meer dan 210 contracten met buitenlanders gesloten van elk een 1.000-tal ha. De New York Times schreef: "Patagonië, een nieuw speelterrein voor de rijken". In totaal bezitten de buitenlanders meer dan 1 miljoen ha. Het gedrag van de buitenlanders is erg gelijkend. Het tijdschrift Viva illustreert het artikel met de foto's van drie plakkaten, op de achtergrond de hemel van Patagonië. Op elk van die plakkaten staat er: "privé-eigendom, verboden doorgang, verboden binnen te treden."

No pasaràn

Ted Turner, de stichter van CNN en echtgenoot van Jane Fonda, heeft het landgoed "La Primavera", 5.000 ha, gekocht. Charles Lewis, een andere Amerikaanse miljonair, bezit 8.000 ha in de buurt van het Escondido-meer. Lewis is bekend als bondgenoot van Stallone en Bruce Willis in de restaurantketen Planet Hollywood. Lewis ging onmiddellijk erg drastisch te keer: hij verbood de toegang tot het meer. Pas na de protesten van de bewoners en gemeenteraadsleden, hief hij het verbod op. Hij installeerde langs de weg een veiligheidscabine en bewakers met walkie-talkies die de zone moeten controleren. De Argentijnse wet verplicht aan de eigenaars van de gronden om langs rivieren en kanalen een strook van 35 m. open te laten voor publieke doorgang. De grootgrondbezitters beweren dat dit voorzien is voor de scheepvaart, bijv. om de boten op het droge te trekken, niet om te wandelen. De wet zegt echter niets over de manier waarop rivieren door wegen onderling kunnen verbonden worden.

De voorzitter van de regionale toeristische dienst bekloeg zich over het feit dat de rivieren die zich op het terrein bevinden, verboden zijn voor de plaatselijke bewoners. "Ze verplichten ons op die manier om heimelijk naar de rivieren te gaan. Ze zijn de identiteit van de bewoners van de Cordillera aan het bestelen." Een collega zei: "Ze hebben een goed deel van de rivier met een omheining afgesloten en je kunt er alleen bij met een advokaat. Zoveel is zeker: de komst van deze nieuwe bazen heeft, in een streek waar elke bewoner een scrupuleuze milieubeschermer is, gecompliceerde gevolgen." De beheerder van een aanpalend landgoed was vrij formeel: "Wij verbieden het vissen niet, want de rivier is van de staat. Maar wij laten niemand passeren omdat het privé-eigendom is." Een Patagonië-bewoner repliceerde: "het is alsof je een ei wil eten, maar de schaal niet mag aanraken."

'El Maiten', van señor Benetton

Eén van de rivieren waartoe de vissers geen toegang hebben, is de Chubut. Die stroomt gedeeltelijk binnen het landgoed van 'El Maiten', eigendom van Benetton. Om de rivier Chubut te bereiken, moet je 40 km door 'El Maiten' stappen. Carlos Vivoli, beheerder van 'El Maiten', is diplomatischer. "Wij willen met niemand problemen. Wie wil vissen, mag. Ze mogen de rivier gebruiken, maar niet het terrein. Maar het lijkt dat de grootste forel zich altijd bevindt op de meest ontoegankelijke plaats...". .

Wiens eigendom?

De Mapuche hebben samen met een andere groep, de Telhuece, een organisatie opgericht, genaamd "11 oktober". De organisatie heeft een hele reeks beschuldigingen geuit tegen Benetton en zijn vertegenwoordigers in Argentinië. Haar stelling is dat het landgoed van Benetton zich uitstrekt in een zone die altijd eigendom van de Mapuche en de Telhuece is geweest en dat zij gedwongen werden hun terreinen te verlaten. Zo klagen zij de gedwongen repatriëring aan van de indiaanse gemeenschap "Vuelta del Rio" die in de zone "Colonia Cushamen" woonden. De organisatie zegt dat de families van deze gemeenschap naar een reservaat werden gebracht, genaamd: "Reserva de la Compañia Benetton". Zij klaagt ook de zeer harde levensomstandigheden aan binnen dit soort reservaten.

Eén van de belangrijkste activiteiten van de Mapuche is het kweken van schapen. Binnen het reservaat is dat zeer moeilijk omdat de beschikbare grond schaars is. In de zomer komt daar de droogte bij. De enige rivier in de omgeving is de Rio Lepa. "11 oktober" bevestigt dat de beheerder van Benettons landgoed de toegang tot de rivier versperd heeft met hekkens en prikkeldraad. "Wij vragen dat Benetton zo snel mogelijk de terreinen waar wij recht op hebben, zou teruggeven. Wij vragen ook dat de overheid zou onderzoeken hoe Benetton aan de eigendom geraakt is. Wij zijn te weten gekomen dat het bedrijf de terreinen niet van de Mapuche maar van andere grootgrondbezitters bekomen heeft, aan een zeer voordelige prijs. De waarheid over dit gebeuren kan alleen de Argentijnse regering weten. Die verbergt echter elke informatie." De Compañia de Tierras Sud Argentino (de maatschappij die de officiële eigenaar van de gronden is, in handen van Benetton) weerlegt alle beschuldigingen. Zij verwijst naar het Argentijnse Nationaal Instituut voor de Bescherming van de Indianen die de zaak zou hebben nagekeken. "Jammer dat dit Instituut iedereen beschermt, behalve de Mapuche", zegt "11 oktober".

Goedkope arbeidskrachten

Een andere beschuldiging van "11 oktober" is dat Mapuche-dagloners, tewerkgesteld bij Compañia de Tierras Sud, gebruikt worden als goedkope handarbeiders. Ook deze beschuldiging doet de maatschappij in een persmededeling van de hand: "De Compañia geeft werk aan 250 personen. Een deel van de handarbeiders komt uit de Colonia Cushamen. Deze bedienden genieten van dezelfde sociale en loonsvoordelen als de andere op het landgoed. Er is geen discriminatie." De mededeling bevat echter geen concrete gegevens over het soort werk, het salaris en de werktijden van de bedienden.

Moira Milan, de woordvoerder van "11 oktober", verwijst cynisch naar de kleuren "olijfgroen of Benetton-groen?". Olijfgroen is de kleur van het Argentijnse leger. Hij is er zeker van dat het Argentijnse gezag en Benetton onder één hoedje spelen. "Onze aanklachten zijn tot bij het ministerie van Arbeid geraakt, dat een onderzoek heeft geopend. Maar dat blijkt een vals onderzoek te zijn. Zij zijn ter plekke bij de beheerder gaan vragen of 'de beschuldigingen beantwoorden aan de waarheid'. Uiteraard was het antwoord 'neen'. Niemand heeft aan ons gevraagd hoe wij leven."

Recht op water?

Een andere beschuldiging van het Mapuche-volk gaat over een afleidingskanaal van de Rio Chubut, de rivier die door Benettons landgoed stroomt. Volgens de Argentijnse krant Clarin (25/2/97) zou de Compañia del Tierras Sud het water van die rivier afleiden om de weiden voor de merinosschapen te bevloeien. Benetton gebruikt de merinoswol voor de productie van de truien. De ecologist Alejandro Beletzky, inspecteur van de natuurlijke hulpbronnen van de Rio Negro, was de eerste die de milieuschade van Benetton aanklaagde. Volgens hem is er zelfs geen enkele milieu-impactstudie gemaakt. "Hier zou een artikel van het strafrecht kunnen toegepast worden, dat handelt over het 'onwettig toeëigenen van water'". Benetton verdedigt zich: "De natuurlijke bedding van de rivier hebben we niet veranderd. We hebben een kanaaltje afgeleid, dat daarna opnieuw in de rivier uitmondt". De vertakking zou volgens het bedrijf al 70 jaar bestaan en zou slechts een beperkte hoeveelheid water van de rivier gebruiken.

De krant Clarin verwijst echter naar een rapport van de politiebrigade die het landgoed is overgevlogen om de hydrologische veranderingen te onderzoeken. Uit de foto's van de luchtverkenning was de afleiding van de loop van de rivier zeer duidelijk te merken. De hoeveelheid water van de Rio Chubut was zienderogen verminderd. Volgens het rapport berokkent de operatie schade aan de vissoorten die in de rivier leven. Sommige verantwoordelijken van het landgoed, ondervraagd door de politie, zouden toegegeven hebben dat zij gedurende de zomer van '96 werken op de rivier hadden uitgevoerd. Het rapport concludeert dat Benetton "een duidelijke verantwoordelijkheid" draagt.

Uitsluiting is een thema dat Benetton bespeelde in één van zijn campagnes. Als de beschuldigingen van de Mapuche gerechtvaardigd zijn, zit Benetton minstens met een imagoprobleem. Maar Benetton blijkt die beschuldigingen zelfs niet ernstig te nemen. Een vertegenwoordigster van het bedrijf in Buenos Aires heeft aan een Europese krant verklaard dat Benetton de indianen zal aanklagen. "Wij zouden over te weinig bewijzen beschikken om hen te beschuldigen", zegt Milan. "Deze mevrouw weet echter niet dat zij ons niet kan aanklagen zonder de héle gemeenschap aan te klagen. Zij weet niet dat arm zijn soms voordelen heeft: wij zijn niet strafbaar omdat wij niets bezitten dat in beslag kan genomen worden. Benetton moet zich ook afvragen of het de onderneming wel staat in opspraak te komen door een proces dat over schendingen van mensenrechten gaat. Benetton pakt immers zelf graag uit met die mensenrechten."

4. Koerden buiten, katoen binnen

Uitbreiding op kosten van de Koerden

Sedert jaren zet het Turkse regime in Anatolia, het zuidoosten van het land, een grootschalig dammenproject op aan de Tigris en de Eufraat. Dat GAP-project (Guyuneydogu Anadolu Projesi, Project Anatolië Zuid-Oosten) voorziet in de bouw van 21 dammen voor de productie van elektriciteit en de irrigatie van de omliggende streken. De te irrigeren regio heeft een oppervlakte die tweemaal België beslaat. De bestaande landbouwactiviteiten zullen verdwijnen. De 'droge' culturen, zoals pistachenoten, linzen en wijngaarden (beheerd door kleine boeren) zullen moeten wijken voor een industriële cultuur van soja, maïs, katoen (gerund door grote bedrijven).

De overheid is volop bezig met het onteigenen van de gronden. Die worden verkocht aan Turkse politici en buitenlandse bedrijven. Onder hen wordt ook Benetton geciteerd. Volgens Koerdische bronnen zou Benetton tienduizenden hectare gekocht hebben voor het kweken van katoen.

Het hele project heeft tot gevolg dat de Koerdische bevolking die het gebied bewoond, verspreid wordt. Zij raken ontworteld van de eigen streek en cultuur. Grote groepen trekken naar de steden op zoek naar werk. De Koerdische boeren, die sedert generaties verbonden zijn met hun gronden en hun tradities, zijn beroofd van alles, sociaal geïsoleerd en gediscrimineerd omdat ze Koerd zijn. Ze zijn veroordeeld tot een armoedig leven in de bidonvilles van de grote steden. Het is niet makkelijk betrouwbare informatie te vinden over deze kwestie. Daar zitten ook de spanningen tussen Italië en Turkije naar aanleiding van de Öcalan-affaire voor iets tussen.

5. De schildpadden in Madagascar

Waarnemers in toeleveringsbedrijf van Benetton

Esther De Haan, medewerkster aan de Schone Kleren Kampagne Nederland, heeft een aantal bedrijven in Madagascar bezocht. We citeren uit haar verslag n.a.v. het bezoek aan een familiebedrijf (1) dat o.a. voor Benetton werkt. De omzet van dit bedrijf bedroeg toen 3 miljoen dollar (een 90 miljoen fr.).

De fabriek maakt vooral hemden en kinderkledij. 400 werknemers, vooral vrouwen, maken een 4.000 kledingstukken per dag. 40 personen zien toe op de kwaliteit van de afgewerkte producten. Het bedrijf produceert voor Italiaanse (Chicco, Standa, Benetton) en Franse opdrachtgevers (Carrefour, La Redoute, 3 Suisses, ...). Ook de markt in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten wordt bewerkt.

"We bezochten 12 fabrieken in Madagascar. We spraken met managers, vakbonden en arbeidsters buiten de fabriek. Slechts 3 % van de kledingarbeidsters is gesyndiceerd. Ik geef enkele details uit mijn notities over één van de bezochte fabrieken, die vooral voor de Italiaanse markt produceerde.

De fabriek ziet er proper uit. Iedere werkneemster krijgt een target (het vooropgestelde aantal stukken) en wordt gevolgd aan de hand van een scorebord. Op dit moment werken ze aan hemden voor "Salty Dog" en "Derby Ville". Volgens het label kosten die 1000 fr. Het bedrijf verkoopt ze voor 270 fr. Ze werken ook aan een bestelling voor Eurodisney, "Mickey for Kids". Het is vrij warm in de fabriek. Er zijn wel ventilatoren geïnstalleerd, maar die werken nu niet.

Later spreek ik een aantal werkneemsters aan. Hun basisloon is 121.000 FrMg (900 fr). Ze krijgen slechts één premie per jaar, 10.000 FrMg in december (75 fr). Ze worden niet per stuk betaald omdat de target tweemaal zo hoog is als vroeger, wat ze toch nooit halen.

Ze werken 63 uur per week, of soms meer. Normaal loopt een werkdag van half acht tot vier uur. Maar er is meestal overwerk tot 5 of 7 uur, soms tot 10 uur of middernacht. Ook op zaterdag en zondag staan ze resp. 8 en 5 uren in de fabriek. Vooral bij de eindfase van de productie worden er veel overuren geklopt. Soms werken mensen er drie dagen en nachten na elkaar door. Die overuren worden niet altijd betaald. Het management probeert regelmatig de werkneemsters minder uit te betalen. Sommigen houden immers hun uren niet goed bij en kunnen dus geen aanspraak maken op het ontbrekende loon. De manager komt uit Mauritius en zegt dat hij de vakbond gunstig gezind is. De werkneemsters betwijfelen dat ten zeerste. Volgens hen behandelt hij hen als beesten. Hij roept en tiert en scheldt hen uit voor vuile schildpadden. Als zij iets eten - wat niet mag - omdat hun maag ontsteld raakt, wringt hij het uit hun mond. Hij ontslaat mensen als hij ze te oud vindt, en weigert hun salarissen uit te betalen. Die vervangt hij dan door jonge meisjes, die hij meer betaald dan de ouderen ... voor sexueel genot. De fabriek heeft geen kantine en biedt enkel wat brood aan voor de lunch. Er komen wel klanten het bedrijf bezoeken, maar die praten nooit met de werkneemsters.

De arbeidsters zeggen me dat er doorgaans veel stof in de fabriek ligt, en er is geen bescherming voorzien. De ventilatoren werken niet omdat die het stof zouden verspreiden. Daardoor is het erg warm. Wanneer de werkneemsters ziek zijn, gaan ze naar de kliniek, maar nooit krijgen ze een dag ziekteverlof. De directie onderhoudt namelijk persoonlijke contacten met de medische leiding van de kliniek. Als iemand te vaak ziek is, vraagt de manager aan de dokter een bewijs van ongeschiktheid om de persoon te kunnen ontslaan. Ze hebben recht op 30 dagen vakantie per jaar. De praktijk: het bedrijf sluit de deuren voor 15 dagen en betaalt die maand slechts een half salaris. De overige 15 dagen krijgen ze op dagen wanneer er geen bestellingen zijn. Dat betekent dat de werkneemsters moeilijk zelf kunnen bepalen wanneer ze vrijaf nemen. Een vrouw wiens man gestorven was, moest 300 km verderop voor de begrafenis. Ze kreeg slechts drie dagen vrijaf. Bij zwangerschapsverlof krijgen ze slechts de helft van het loon. Het kindergeld dat de staat voorziet, wordt aan het bedrijf uitbetaald. De werkneemsters hebben nu al 8 maanden dat geld niet gezien. Vorige week waren sommige labels verdwenen. De werkneemsters werden verdacht en zij moesten zich één voor één volledig uitkleden, waar de manager bij stond. Later werden de labels op een verloren plaats teruggevonden."

(1) Uit voorzorg wordt de naam van het bedrijf niet vermeld.

4. 'Benetton provocatore in arte, reazionario in affari ..."(1)

Interview met Ersilia Monti, Osservatorio Benetton

Osservatorio Benetton is een Milanese studiegroep, in juli '98 ontstaan uit een coalitie van mensenrechtenorganisaties en kritische consumenten. Deze eerder informele groep heeft informanten over heel Italië en wil informatie verzamelen en verspreiden over de Italiaanse kledingreus. Ersilia Monti coördineert de groep. Zij is werkzaam als bibliothecaresse in het departement van milieuwetenschappen aan de universiteit van Milaan. Op 7 januari '99 was zij aanwezig op een studiedag van Wereldsolidariteit (2) om het bedrijfsprofiel van Benetton toe te lichten. Onderwerp van gesprek: het imago van Benetton vòòr en na de reportage van Ricardo Orizio.

Ersilia: "Osservatorio Benetton is ontstaan uit een actie van de derdewereldgroep Coordinamento Lombardo Nord/Sud del Mondo, waar ik lid van ben (3). Na die actie legden we contact met andere groepen waarvan we wisten dat zij de werking van het bedrijf Benetton onderzochten. We stelden ons in september '98 voor aan de pers. Dat perscontact organiseerden we in Treviso - waar ook het hoofdkwartier van de onderneming gevestigd is - tijdens een demonstratie van vakbondsmilitanten uit verschillende industrieën die in Veneto gevestigd zijn. Wat onze groep bekendheid heeft gegeven, is de hele Turkse affaire die Ricardo Orizio op gang had gebracht."

Osservatorio wil informatie over Benetton verspreiden. Is het makkelijk om correcte informatie te vinden?

Ersilia: "Neen. Er is nooit ernstig onderzoek gebeurd naar het sociaal gedrag van het bedrijf. Wat we aan informatie gevonden hebben, publiceerden we in onze eerste brochure, 'United dolors of Benetton'. Die verscheen ook als katern in Equonomia, het Italiaanse tijdschrift voor kritische consumenten. Na die publicatie ontvingen we regelmatig vragen over de werking van Benetton en andere kleding- en textielbedrijven. Die bedrijven zijn in Italië nog nooit aan enig kritisch onderzoek onderworpen geweest. Vroeg of laat zullen we die achterstand moeten goedmaken."

Is Benetton een trendsetter in Italië?

Ersilia: "Het bedrijf is op twee terreinen vernieuwend: door zijn speciale productie- én distributiewijze die beide gebaseerd zijn op het systeem van onderaannemers. Het bedrijf besteedt reeds 30 jaar deze activiteiten uit en heeft ondertussen de hele organisatie daarvan goed in de vingers. De Benetton-kleren zijn niet van een uitzonderlijke kwaliteit, maar sommige fabricageprocessen zijn wel opmerkelijk. Zo worden de kleren, vooral het breigoed, geverfd niet vòòr maar na het samenvoegen van de onderdelen. Op die manier kan Benetton snel inspelen op snel wisselende vragen in kleuren."

Luciano Benetton was ook actief in de Italiaanse politiek, niet?

Ersilia: "Hij was senator van '92 tot '94 voor de Partito Repubblicano, een gematigde centrumpartij. De Partito heeft steeds de wisselende coalities ondersteund die geleid werden door de christen-democraten vòòr het verkiezingssysteem in '94 werd aangepast. Je kon Benetton bezwaarlijk een actief parlementslid noemen. Hij was nog senator toen hij door Toscani naakt werd gefotografeerd voor de klereninzamel-campagne. Een collega-volksvertegenwoordiger vertolkte toen wat iedereen dacht: 'Na 8 maand parlementair leven heeft hij toch tenminste iets gedaan'."

Welk imago heeft het bedrijf Benetton bij het Italiaanse publiek?

Ersilia: "Om onduidelijke redenen heeft Luciano Benetton lang het imago van een verlichte, 'democratische' fabrikant gehad. In Italië noemen we zo iemand een 'fabrikant met een menselijk gezicht'. Een eerste rimpel op dat gelaat verscheen toen een Poolse krant hem citeerde, zeggende: 'Als er een wet komt in Italië die een verkorte arbeidsweek invoert, overweeg ik al mijn activiteiten naar Oost-Europa te verhuizen'. Later las ik in Liberazione (4) een lezersbrief van een jongeman die zijn ontgoocheling over Benetton uitte. Hij had ontdekt dat Benetton, ondanks zijn onconventionele look, zijn nieuwe kijk op publiciteit en zijn talenten om producten te creëren en te verkopen, niet iemand was die 'het welzijn en een collectieve sociale ontwikkeling' kon promoten. Ik denk dat vòòr dit Poolse interview en de Turkse zaak veel mensen met een open en kritische geest dachten zoals deze briefschrijver. Nu zullen ze wel geleerd hebben door het masker van Benetton heen te kijken."

Hoe reageert het grote publiek op de affaire met de Turkse kinderarbeiders?

Ersilia: "Ik denk niet dat het publiek erg geschokt is, toch niet als je de jonge menigte voor ogen hebt die dagelijks de megawinkels in Milaan bezoekt. Ga maar na wat de kranten over die affaire berichtten. De Italiaanse kranten leven bij gratie van de reclamecampagnes van de grote modemerken. Elke dag vind je paginagrote advertenties voor Benetton, Armani, Versace, Ferré, Trussardi. Je moet dus van die kranten niet al te veel agressiviteit verwachten. Soms lees je een verslag over de laatste reclamecampagne, zeker als die een sociale inslag heeft of controversieel is. Of over de geschiedenis van een bedrijf, zijn armzalig begin en de ongekende groei die het doorgemaakt heeft."

Is de Corriere della Sera, de krant waarin Ricardo Orizio zijn Turkse reportage publiceerde, dan een buitenbeentje?

Ersilia: "Neen. Zij is met La Pepubblica de grootste krant in Italië. De Corriere kon Orizio's verhaal publiceren omdat de krant aan de Agnelli-familie (de eigenaars van Fiat) toebehoort en die heeft geen economische samenwerking met Benetton. La Repubblica daarentegen legde Benetton meer in de watten. Na het verschijnen van Orizio's reportage verschenen er in deze krant artikels die Benetton steunden, onder andere via een interview met Luciano Benetton en een woedende column van Oliviero Toscani."

Kregen jullie steun van de Italiaanse textielvakbonden?

Ersilia: "Die reageerden eerder verdeeld. Je moet weten dat de textiel- en schoennijverheid in Italië een moeilijke sector is. Veel fabrikanten opereren nu vanuit het buitenland, anderen dreigen dat voorbeeld te volgen. De relatie tussen die bedrijven en de vakbonden loopt niet altijd gesmeerd. Er zijn grote bedrijven die geen vakbondswerking kennen. De grote schoenfabrikant Filanto, bijvoorbeeld: 3.000 werknemers en niet één gesyndiceerd! Voor de vakbonden is Benetton de uitzondering op de regel. 80 % van de productie vindt nog steeds plaats in Italië zelf - tenminste, dat zegt het bedrijf toch. De 2.000 rechtstreekse werknemers bij Benetton hebben geen klagen en het bedrijf zet een goede relatie met de vakbonden op. Benetton was ook de eerste Italiaanse kledingfabrikant die in '94 een gedragscode omtrent goede arbeidsomstandigheden aannam. De vakbonden hebben dus geen belang bij een open confrontatie met het bedrijf. Hun strategie is het stelselmatig verbeteren van de bestaande arbeidspolitiek."

Hoe reageerde Luciano Benetton op de reportage van Orizio?

Ersilia: "Enkele dagen na de publicatie zei hij dat Orizio's beschuldigingen nog moesten bewezen worden. Hij verwees naar de Turkse wetgeving die kinderen onder de 13 jaar toelaat te werken, wat niet waar is. Toscani reageerde eerst wat ontredderd, maar een dag later alweer heftig. 'Achter deze beschuldigingen zit een grote samenzwering tegen ons van machtige mensen', verklaarde hij. Benetton nam die agressievere toon over: 'Als deze mensen enkel gebruik kunnen maken van sensationele en ongegronde beschuldigingen, zit er maar één zaak op: alle productie terug uit het buitenland naar Italië brengen. En dat zou jammer zijn: in Turkije verschaffen onze licentiehouders en onze 180 winkels werk aan 1.200 mensen'. Bedroevend dit alles, zeker als je weet dat enkele dagen vòòr de publicatie een delegatie van Benetton in Turkije een akkoord had ondertekend dat geen arbeid toeliet voor minderjarigen onder de 15 jaar, zoals de IAO-conventie dat voorschrijft. Achter het masker van sociale bewogenheid schuilt een zakenman die dezelfde taal spreekt als andere multinationals."

Orizio kreeg van Benetton een rechtszaak aangesmeerd. Hoe gaat dit nu verder evolueren?

Ersilia: "Toen Orizio het nieuws van de rechtszaak vernam, is hij opnieuw naar Turkije vertrokken om nieuw bewijsmateriaal te verzamelen. Benetton ontkent elke betrokkenheid op basis van het argument dat de productie in Turkije geleid wordt door een Turks bedrijf dat autonoom zijn activiteiten organiseert en beslissingen neemt. Benetton claimt dat zijn imago beschadigd is door een onjuiste connectie tussen het bedrijf en zijn licentiehouder. Dit is een speciale zaak voor het Italiaans gerecht. Benetton wil bewijzen dat een bedrijf geen verantwoordelijkheid draagt voor wat zijn onderaannemers uitspoken. Als het hof die redenering volgt, dat is dat een kwalijk precedent. Hoe dan ook, Benettons sociaal imago zal er beschadigd uitkomen."

Heb je met Osservatorio nieuwe campagnes gepland?

Ersilia: "Echte acties of campagnes zetten wij niet op. We schrijven artikels en verzamelen informatie om de publieke opinie bewust te maken. Op dit moment onderzoeken we de arbeidsomstandigheden bij de Italiaanse onderaannemers van Benetton. Geen gemakkelijke zaak, die zijn immers niet erg happig om ons informatie te verschaffen. Ikzelf vind dat we ons ook moeten toeleggen op het zoeken naar alternatieven voor de traditionele kledingindustrie. Vroeg of laat moeten we een antwoord geven op de veelgehoorde vraag: wat kan ik kopen als ik de schoenen of kleren van die merken niet wens te dragen? Druk uitoefenen op de fabrikanten is niet voldoende. De dingen veranderen zo traag."

(1) "Benetton provoceert in de kunst, maar is reactionair in zaken"
(2)Voor een verslag van die studiedag, lees 'Actiebrochure ... Laat zien wat u eraan doet", febr. '99, op te vragen bij Wereldsolidariteit.
(3)Zie kader bij het Siciliaanse verhaal in het vorige hoofdstuk.
(4)Liberazione is de krant van de Partito della Rifondazione Comunista, de Communistische Partij in Italië.

Tot slot
Een toenemend aantal artikels, publicaties, activiteiten wijst op het huidige debat over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven. Trendwatchers bevestigen het groeiende belang van een bedrijfsbeleid dat niet enkel winst vooropstelt maar ook geschoeid is op ethische normen en rekening houdt met de belangen van verschillende groepen: zowel aandeelhouders alsook werknemers, consumenten, de gemeenschap. Trendwatcher John Elkington in een interview met de Financieel Economische Tijd: "Massieve omwentelingen zijn aan de gang. De ogen van de hele wereld zijn gericht op Nike als uitlekt dat kinderen in lagelonenlanden sportschoenen maken. Hetzelfde gebeurt als Shell de natuur verkwanselt of als Monsanto de maatschappij genetisch gemanipuleerd voedsel opdringt. Als dergelijke problemen opduiken, kunnen bedrijven niet gewoon hun blazoen oppoetsen, om dan, 'business as usual', gewoon door te gaan. Medewerkers zijn er helemaal niet trots op voor zo'n bedrijf te werken, terwijl wakkere burgers zich vragen stellen. Kritische consumenten zetten hun eisen kracht bij en passen, zonodig, hun koopgedrag aan. Je kan geen bedrijf runnen op basis van omzetcijfers. Alleen bedrijven die economisch gezond zijn, milieuvriendelijk werken en sociaal gericht zijn, slagen erin te overleven."

Lang niet alle bedrijven hebben zich duidelijk uitgesproken over dit onderwerp. Ondanks de bewogen reclamecampagnes rond maatschappelijke thema's heeft ook Benetton nog niet voldoende stelling genomen omtrent het naleven van de internationaal erkende arbeidsnormen van de IAO (Internationale Arbeidsorganisatie): verbod op kinderarbeid, verbod op dwangarbeid, verbod op discriminatie, vrijheid van organisatie, recht op collectieve onderhandelingen, maximum aantal werkuren, leefbare lonen, veilige en gezonde werkomstandigheden. Met deze brochure willen we dit gesprek met Benetton verderzetten.

Bibliografie
onder andere:

De affiches, catalogi, tijdschriften, persmappen en de website van Benetton zelf.

"United Dolors of Benetton". Katern over Benetton van de Italiaanse studiegroep Osservatorio Benetton, verschenen als katern in Equonomia, het Italiaanse tijdschrift voor kritische consumenten. Dec. 1998.

Persmappen van de Vlaamse Schone Kleren Campagne.

"Toscani al Muro". Krant van de tentoonstelling over Toscani's affiches bij Benetton, een uitgave van La Réponse Imprévue. Brussel, 1994.

"De Reclame Voorbij. Het Consumptie-Communicatie Universum" Eric Van Horenbeeck, Hadewijch, Antwerpen, 1995.

Pakken krantenknipels en tijdschriftartikels uit De Standaard, De Morgen, Het Nieuwsblad, Het Volk, Business Week, Budget Week, uit Italiaanse en Franse kranten en tijdschriften.

Informanten:

Hugo Vander Elst, LBC.
Esther De Haan, Schone Kleren Kampagne Nederland
Frieda De Koninck, Schone Kleren Campagne, Wereldsolidariteit
Ersilia Monti, studiegroep Osservatorio Benetton.

Colofon
Dit is een uitgave van Wereldsolidariteit
Wetstraat 121, 1040 Brussel, tel. 02/237 37 74, fax. 02/237 37 00.

Redactie: Jan De Mets
Coördinatie: Frieda De Koninck
Foto's: Jan Huet, Paul Corbeel
Opmaak: Lu'cifer
Druk:
Gedrukt op milieuvriendelijk papir
April '99

Source: http://www.cleanclothes.org/
<<HOME>>